Onderhoudsinstructies stromingssensor
Vuildeeltjes (b.v. stof, pluizen, roet, pollen, roestdeeltjes, vet, kalkaanslag, maar ook additieven zoals smeermiddelen en dergelijke) in de lucht- of waterstroom kunnen afzettingen op de sensorelementen veroorzaken, die het reactiegedrag kunnen belemmeren en wijzigen. Dit maakt de reactietijden voor het detecteren van de stroom langer, de sensor reageert minder gevoelig, wat mogelijk ook leidt tot schakelpuntverschuivingen of storingen. Om deze problemen en een defect van het apparaat te voorkomen, moet u, afhankelijk van de mate van vervuiling, passende onderhoudsintervallen vaststellen op basis van de heersende bedrijfsomstandigheden. Bij sterke vervuiling moet het systeem vaker worden gecontroleerd en zo nodig gereinigd. Om het reinigen van de sensoren te vergemakkelijken, raden wij u aan ze te reinigen met onze Inschroefadapter waardoor de sensor snel en gemakkelijk kan worden verwijderd. Wij adviseren de volgende procedure voor het reinigen van de sensoren:
- Maak de kabelverbindingen los
- Demonteer stromingssensor
- Stroomsensor gedurende ongeveer 10 min. (afhankelijk van de vervuiling en het soort aanslag) in een lauwwarm zeepsopje of azijnreiniger leggen
- Spoel de flowsensor voorzichtig af met lauw water.
- Monteer de stromingssensor in droge toestand
Let op: In het geval van sensor F8 kan de potting compound van de sensor water absorberen. De sensor moet volledig drogen voordat hij weer in gebruik wordt genomen. Laat de sensor niet langer dan 10 minuten in de reinigingsoplossing staan. Als de potgrond niet volledig droog is, kunnen sterk afwijkende meetwaarden worden weergegeven. - Stel de flowmonitor weer in bedrijf en stel zo nodig de potentiometer van de evaluatie-elektronica bij.